Geschreven door: Dina Popma

We hadden heel even het gevoel dat het voorjaar was; voor deze tijd van het jaar was het warm, zo’n 17 graden. Het kranen ging heel soepel: een deel van het team was een halfuur eerder dan gepland en omdat het nog zo rustig was, kon er gelijk gekraand worden. Zo’n soepele start van de dag belooft veel goeds! Rond 12 uur was iedereen van het team compleet, inclusief onze stuurman Biem, die met een zongebruind hoofd uit Afrika kwam. Daar had hij lekker vakantie gevierd met zijn schoonfamilie. Met een uitgeruste stuurman hadden we meteen het vertrouwen dat dit een goede wedstrijd zou worden.

Het is altijd fijn als je tijdens het wachten voor de start niet door acht sloepen hoeft te klauteren om bij de jouwe te komen. In dit geval maar twee sloepen!

Iedereen heeft zijn eigen ritueel om zich voor te bereiden op de wedstrijd. Het kussen waar je op zit, moet precies goed liggen; je voetenbankje stel je exact zo af dat je lekker kunt hangen, en naast je ligt je eten. En daar verschillen de keuzes weer: iedereen heeft zo zijn eigen powerfood. Bananen, snoepjes, koekjes, isodrank, repen… noem het maar op. Aan eten is er eigenlijk nooit een tekort op zo’n dag.

De sfeer zat er goed in, er werd volop genoten van het zonnetje en de heerlijke temperatuur. De start was 100 meter verderop. Inmiddels waren de twee sloepen naast ons alweer weg, en zo konden wij vanaf de kant in een rechte lijn door naar de start.

**PAFF!!!** Het startschot klonk, en daar gingen we. Zeven korte slagen om op gang te komen en daarna rustige, ritmische, lange slagen. De ademhaling weer laten zakken en de rust vinden in je slag. Onze stuurman Biem complimenteerde ons regelmatig, en dat hield de sfeer en de gang er lekker in. We roeiden stabiel en synchroon. Alle riemen gingen mooi tegelijk het water in en kwamen er ook weer tegelijk uit. Als je dat een tijdje doet, kom je als groep in een mooi ritme, waardoor je wat energie kunt sparen. We hadden tenslotte nog 19 km roeien voor de boeg, dus we moesten nog een tijdje volhouden.

Het duurt even voordat je in de stad bent. Het is een lang stuk door een kanaal, en op een gegeven moment probeerde een andere sloep ons in te halen. Maar veel ruimte was er niet, en strategisch gezien is het natuurlijk prima om de ander een beetje te vertragen.

Er was Biem een fles wijn beloofd als hij ons soepel door de ‘Fata Morgana’ zou sturen: een gekke kronkelbocht waar je handig doorheen moet manoeuvreren. En het lukte! Biem slaagde met vlag en wimpel voor zijn stuurskills.

Oké, dan de stad in: verschillende bruggen, een rondje door de stad en nog een rondje. Nu begonnen we een beetje moe te worden en was er aanmoediging van elkaar nodig. Het kwam nu aan op je uithoudingsvermogen, kracht en techniek. Kan je de rust bewaren, je slag lang houden en het tempo van de slagroeisters goed bijhouden? Soms kak je heel even in, maar dat duurt nooit lang, want je voelt het gelijk als de sloep niet meer “lekker loopt”.

Het laatste stuk naar de finish: nog zeven bruggen, nog zes bruggen… In je hoofd tel je af; nog even volhouden, we zijn er bijna. En dan, na de laatste brug, mag je aanzetten. Vol gas, en met alle kracht die je nog in je hebt, roei je voor je leven. Er wordt geschreeuwd, geteld, en stuurman Biem blijft ons aanmoedigen totdat we de toeter horen…

We hebben het gehaald! We hangen op onze riemen om uit te puffen, blij, opgelucht en moe. Dit zit er weer op, en we hebben het goed gedaan! We deden er 2 uur en 27 minuten over.

We roeien naar de kant om onze slagvrouw Anne af te zetten, want die moet meteen door. Daarna roeien we door naar de kraan en al vrij snel kunnen we kranen. Voor we het weten staan we alweer op de kant, en wordt er ineens overal eten vandaan getoverd: zakjes chips, wraps, fruit, noten, biertjes en fris. Zo staan we nog een tijdje gezellig na te kletsen, en gaat ieder zijn eigen weg. De sloep gaat weer terug en mag nog even op de kant staan voor de volgende en laatste wedstrijd van het seizoen.

Al met al was het een geslaagde en gezellige dag!